
In drie stappen, meer energie.
Wanneer jij lekker in je vel zit en je hebt energie genoeg, dan kan je de hele wereld aan. Het lijkt wel of alles gemakkelijk gaat. Thuis heb je alles onder controle en wanneer er op school iets extra’s gedaan moet worden op school, dan doe je dat zonder problemen. Het wordt een ander verhaal wanneer je laag in je energie zit. De gewone dagelijkse dingen kunnen dan al als ‘zwaar’ aanvoelen en als er dan nog iets onverwachts bijkomt dan is dat net even teveel. Je springt sneller uit je vel, je gaat mopperen tegen je collega of je krijgt er hoofdpijn van. Misschien herken je dat wel.
Alles begint bij het hebben van energie. Je hebt energie nodig om je voort te bewegen, te denken, te creëren, te werken, te lachen, te beleven, noem het allemaal maar op. Naast o.a. slaap en bewegen is eten natuurlijk de bekendste vorm van energie opdoen. Het is de directe brandstof voor alle processen in ons lichaam. Zowel je lichaam als je brein hebben gezonde voeding nodig om goed te kunnen functioneren. De hoeveelheid voeding hangt af van verschillende factoren zoals o.a. de activiteiten die je op een dag doet. In het onderwijs wordt er verhoudingsgewijs weinig fysieke inspanning van je gevraagd. Extra energie tot je nemen door meer voeding te eten dan je fysiek verbruikt, is daarom niet de oplossing. Zeker niet op lange termijn. Behalve dat de kilo’s er dan aanvliegen en je steeds grotere kleding mag kopen is het al helemaal niet goed voor je gezondheid.
Er zijn verschillende energieniveaus en daarmee ook verschillende manieren waarop je energie kan opdoen maar ook weer kan kwijtraken. Eén van die niveaus is mentale energie. Lesgeven is een cognitief beroep en je bent veel met en in je hoofd aan het werk. De hoeveelheid taken en verantwoordelijkheden die je hebt, zorgen voor een grotere mentale belasting. Als je daarnaast ook nog eens extra tijd besteed aan je werk omdat je het goed wilt doen en er voor je leerlingen wilt zijn, geef je daarmee nog eens extra energie weg. Het is dus heel belangrijk dat jij niet alleen jouw fysieke energie aanvult maar ook jouw mentale energie.
De vraag is; Hoe doe je dat? Het begint met de balans tussen energiegevers en energievreters.

Aan de ene kant heb je taken en bezigheden die je veel energie kosten, waar je op leeg loopt en aan de andere kant heb je taken en bezigheden die je zo leuk vindt en waar je zo van geniet dat je daardoor weer oplaadt. Het is belangrijk dat je hier een balans in hebt. Hoe leuk jij ook je baan vindt, er is altijd wel iets wat je niet zo leuk vindt. Toch moet je dat doen. Dat geeft niet, als daar leuke dingen tegenover staan. Dat kunnen ook niet werk gerelateerde bezigheden zijn. Het gaat om het evenwicht.
Aan de hand van de volgende drie stappen kan jij jouw energieniveau verhogen en een balans creëren.
Stap 1) Weet wat jouw energiegevers en energievreters zijn. Maak een lijstje met alles waar jij echt blij van wordt en energie van krijgt. Schrijf alles op, zowel in je werk als in privésfeer. Dat kan het contact met leerlingen zijn, op vakantie gaan of een lekker wandeling buiten. Alles is goed. Hoe meer, hoe beter.
Zorg er wel voor dat je er meerdere dingen op hebt staan die je in het dagelijks leven kunt toepassen. Op vakantie gaan is heerlijk, maar niet dagelijks toepasbaar.
Schrijf vervolgens alles op wat jou energie kost en waar je op leeg loopt. Ook hiervoor geldt zowel op in je werk als in je privésfeer. Wat kost je veel tijd, wat vind je lastig of moeilijk. Hoe duidelijker je bent in wat nou energie kost, hoe makkelijker het straks wordt in de vervolgstappen.
Stap 2) Start met de energiegevers. Omdat het leven lekkerder en makkelijk gaat wanneer je energie hebt, ga je starten met zoveel mogelijk energie opdoen. Kies om te beginnen één energiegever van je lijstje wat je dagelijks kunt doen en maak daar een gewoonte van. Stel dat je het lekker vindt om buiten een wandeling te maken, kies dan een moment uit op de dag, waarop je dat gaat doen, bijv. na je werk, en doe dat elke dag.
Het kan zijn dat het in het begin wat onwennig is om te doen en dat je denkt er geen tijd voor te hebben. Maar maak er dan tijd voor! Je weet waar je het voor doet. Namelijk voor jezelf, om jouw energieniveau te verhogen. Doe je het niet, omdat je vindt dat je er geen tijd voor hebt, dan vind jij jezelf dus niet belangrijk genoeg. Klinkt hard, maar is helaas wel zo. Je hebt je prioriteit immers ergens anders liggen.
Als je het wel doet, zal je merken dat je niet alleen dat moment jezelf lekker voelt maar ook dat je er steeds meer zin in krijgt, dat het steeds makkelijker gaat en dat jezelf energieker voelt om je taken aan te pakken. Vaak gaat het werk daardoor sneller en heb je juist tijd gewonnen.
Wanneer je merkt dat je meer energie hebt, ga je door naar de volgende stap.
Stap 3) Pak een energievreter aan. Kijk eens naar dat lijstje met ‘vreters’en kies er één uit die je aan wilt pakken. Welke wil je het liefste kwijt? Waar moet je mee stoppen of wat kan je anders doen om het energielek te dichten? Deze stap is misschien wat lastiger dan iets doen wat je leuk vindt, maar niet minder belangrijk. Weet dat er meer wegen naar Rome leiden en dat er dus andere manieren te vinden zijn.
Kan je bijv. ook anders toetsen zodat je minder hoeft na te kijken? Kan je de taken misschien anders verdelen met je collega zodat niet alles op jouw schouders ligt? Of maak de manier van vergaderen bespreekbaar als je daar zo veel tijd aan kwijt bent. Vraag jezelf af wat je nodig hebt of wie je nodig hebt en vraag eventueel om hulp.
Door aan de ene kant jezelf regelmatig een energiegever te gunnen en aan de andere kant jouw energievreters te verminderen, zal jouw energiebalans weer op peil komen. Het gevolg is dat je meer energie voelt, lekkerder in je vel zit en meer plezier hebt.
Ik zou zeggen; Start daarom vandaag nog!